Een fraaie Franse Capucine reisklok met kwartierslag, Doyen à Toulouse, circa 1790.
Omschrijving
Capucine
In tegenstelling tot de luxe uitgevoerde pendules d’officier kenmerken de reisklokken die we met Capucine aanduiden zich door de eenvoudige messing behuizing. De oorsprong van deze term kan op twee manieren worden verklaard. De eerste verklaring zou zijn dat de bel waardoor deze klokken vaak bekroond wordt zou lijken op de kap van de monnikspijen van de Capucijner monniken. Een andere verklaring zou zitten in de overeenkomst van de sobere leefwijze van deze monniken en de relatief sobere uitvoering van deze klokken ‘à la Capucine’. Persoonlijk lijkt mij de laatste verklaring het meest plausibel. Het uiterlijk van deze klokken vertoont overeenkomsten met lantaarnklokken die hun oorsprong in de vroege 17e eeuw vonden. Net als bij die klokken is het eenvoudige uiterlijk aantrekkelijk en makkelijk te combineren met andere objecten in een interieur.
Deze klok behoort tot de eerste generatie Capucines toen er nog maar een kleine productie van deze klokken was. Natuurlijk zijn de wijzerplaat en wijzers typisch voor de Louis XVI periode. Maar het is ook te zien aan het ontbreken van een lunet (ring) rond de wijzerplaat. En de afwijkende ‘réglage’ instelling boven de 12. Juist dit soort individuele kenmerken zullen later, als de productie meer gestandaardiseerd wordt, verdwijnen. De klok is ook wat groter en robuuster van uitvoering wat aantrekkelijk is net als het zeldzame kwartierslagwerk. Een fraaie vroege aantrekkelijke klok.
Wijzerplaat
De 12-cm geëmailleerde wijzerplaat heeft zwarte Arabische cijfers voor de uren en rode voor de kwartieraanduiding. De messing wijzers zijn fraai uitgezaagd en gegraveerd en de wekkerschijf is van verzilverd messing. Boven de wijzerplaat is er een massief zilveren gegraveerd plaatje met een sector voor Retard (langzamer) en Avance (sneller) met een geblauwde instelwijzer. Het plaatje is gesigneerd Doyen a Toulouse.
Kwartierslag
Het stevige platine uurwerk wordt aangedreven door twee veertonnen met een gangduur van acht dagen. Het wordt gereguleerd door ankergang in combinatie met een slinger die is opgehangen aan touwtje. Zoals hierboven al gesteld kan dit touwtje langer of korter gesteld worden met de instelling boven cijfer 12. De klok heeft kwartierslag, zgn. petite-sonnerie, dat slaat d.m.v. zaagslagwerk op twee bellen. Tenslotte heeft de klok wekkerwerk met trekopwinding dat slaat op de grote bel.
Messing kast
De rechthoekige messing kast wordt bekroond door de twee bellen waarop een handvat en vier sierknoppen op de hoeken. Aan achter- en zijkanten zijn er deuren die toegang geven tot het uurwerk. Het geheel staat op gedraaide poten.