Een belangrijke Duitse vergulde horizontale tafelklok, Johann George Weijer Dantzig, circa 1760

Omschrijving

De cijferring

De 12.5-cm doorsnee zilveren champlevé cijferring heeft Romeinse cijfers voor de uren en een buitenring met Arabische vijf- minuten aanduiding. In de XII is een venster voor de datumaanduiding. De fraaie ajour wijzers zijn gemaakt van geblauw staal en de wekkerschijf van zilver. Het vergulde centrum heeft een floraal gedecoreerde rand rondom de signatuur Johann George Weijer Dantzig. Verder heeft het centrum een venster voor de maanstand. De zwikken rondom de cijferring hebben een gegraveerd ornament met een schelp en in twee ervan zijn er hendels voor slaan/niet slaan en kwartierrepetitie/uurrepetitie.

Het uurwerk

Het uurwerk wordt aangedreven door drie veertonnen, waarvan de veerton van het gaand werk met snek en ketting. Het uurwerk heeft een gangduur van dertig uur en wordt gereguleerd door spillegang in combinatie met een balans onder een floraal ajour en gegraveerde kloof. De twee geschroefde veertonnen van het kwartierslagwerk zijn prachtig gegraveerd. De klok slaat de kwartieren d.m.v. zaagslagwerk op twee bellen met repetitie op aanvraag. De wekker slaat op een enkele bel. De hamers van zowel het slagwerk als wekker zijn voorzien van fraaie hamerkoppen met gezichten. De fraai geornamenteerde achterplatine is identiek gesigneerd.

De kast

De zeskantige verguld messing kast heeft lijsten die versierd zijn met krullen en schelpvormen waarvan de onderste doorlopen in het deksel. Aan de zijkanten zijn ruitjes geplaatst in een zilveren omlijsting. Het deksel met de bellen is aan de binnenzijde prachtig gedecoreerd met twee vogels temidden van decoratieve krullen. Aan de onderzijde is het deksel ook fraai gegraveerd met vogels tussen krullende takken. Het geheel is geplaatst op drie krullende poten die worden afgewisseld met rococo ornamenten.

De maker

Johann George Weyer werd rond 1729 geboren. Hij was leerling van onder andere Johann Heinrich Wiegensdorff in 1749. Hij werd zelfstandig burger van Danzig in 1759 en was werkzaam als meesterklokkenmaker van 1756 tot 1782. Er zijn meerdere belangrijke klokken van hem bekend. Zijn kunde als klokkenmaker spreekt uit de uitvoering en fraaie gravering van deze klok. Abeler, Meister der Uhrmacherkunst, pp. 595.