Een zeldzame Nederlandse mahonie chronometer A. Hohwü Amsterdam, circa 1865.
Omschrijving
De wijzerplaat
De 8.5-cm doorsnee gegraveerde en verzilverde wijzerplaat heeft Romeinse cijfers en is gesigneerd No. 519 ANDr. HOHWÜ AMSTERDAM. De gouden wijzers zijn van het ‘schoppen’ type. Onder de XII is de aanduidng van de gangreserve (op/af) die aangeeft hoe lang de chronometer nog kan lopen op de veerton. Dit was natuurlijk erg belangrijk want een chronometer mocht natuurlijk niet stil staan. Boven de VI is de secondewijzer.
Het uurwerk
Het zeer fraai vervaardigde uurwerk heeft gespotte platines die verbonden worden met fraaie geringde pilaren. Het heeft een gangduur van 56 uur en wordt aangedreven door een veerton met snek en ketting. Om te zorgen dat het uurwerk blijft doorlopen tijdens het opwinden heeft het Harrison’s maintaining power. De gang wordt gereguleerd door een vrij slingerende compensatiebalans in combinatie met Earnshaw’s detent chronometerechappement.
De kist
Het uurwerk heeft een aparte messing binnenkast die met een bajonetsluiting vast zit. Deze kast zit op zijn beurt weer in een messing kast met onder het afsluitbare opwindgat. Het geheel is cardanisch opgehangen in een drie-delige mahoniehouten kist met messing monturen. Aan de voorzijde is een plaquette die gesigneerd is A. HOHWÜ No. 519.
Andreas Hohwü
Andreas Hohwü is zonder twijfel de beste chronometermaker die Holland heeft gekend. Hij werd geboren in Gravenstein in Sleeswijk Holstein in 1803 als zoon van Thomas Hohwü een gewone klokkenmaker. Hij ging in de leer bij zijn vader en bleek veel aanleg te hebben zodat hij in 1829 in de leer mocht bij de beroemde chronometermaker Hendrik Johann Kessels die toen werkzaam was in Altona (toen onder Deens gezag). Door zijn grote vorderingen werd hij in 1834 aangenomen als leerling-chronometermaker bij het beroemde huis Bréguet waar hij tot 1839 bleef werken. In 1840 vestigt hij zich als zelfstandig chronometermaker aan de Oudeschans te Amsterdam. Naast chronometers maakte hij ook precisieregulateurs die veelal in buitenlandse observatoria kwamen te hangen. Hij ontwierp de aandrijving voor de kustverlichting en na langdurige studie vond hij een secundaire compensatie uit voor chronometerbalansen. Hij ontving vele onderscheidingen zoals ‘Ridder in de orde van de eikekroon’, ‘Ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw’, ‘Ridderorde van Italië’ en de ‘erediploma te Wenen. Hij won ook vele prijzen op tentoonstellingen. Andreas Hohwü stierf in 1885. Lit; Enrico Morpurgo, Nederlandse Klokken- en horlogemakers vanaf 1300, pp. 59.